Spelen met je eten!

Wilde ratten besteden een groot deel van hun tijd aan fourageren; het zoeken van eten. Juist omdat ze zo gericht zijn op voedsel en ook plezier beleven aan eten, kun je veel voer-gerelateerde spelletjes met ze doen. Niet alleen stimuleer je hiermee hun natuurlijke fourageergedrag, ook geeft het verrijking en voorkomt het verveling. Op deze pagina vindt je een aantal ideeën om lekker te spelen met het ratteneten!

Scatter feeding

De ratjes lekker laten zoeken naar hun eten, i.p.v. het kant-en-klaar in een bakje op te dienen, dat is scatter feeding. Meer over scatter feeding lees je hier.

Digging box

Pak een grote kartonnen doos en vul deze met kleinere kartonnen doosjes, stukjes papier, stukjes textiel, verzin het. In deze kleine doosjes of gewikkeld in papier kun je wat lekkers verstoppen, zoals een handje voer, noten (in dop) of gezonde snoepjes. De geur van al dit heerlijks zal een extra stimulans zijn om flink los te gaan in de digging box! Daarnaast dient het als een hol, een burcht waar ze hun nest kunnen bouwen.

Vissen

Niet vissen naar vissen, maar naar groente of fruit! Vul een schaal met een laagje water. Begin met een klein beetje water, hooguit een paar cm. Niet alle ratjes hebben het vissen meteen door en hoe minder water, hoe sneller ze het snappen. Als ze eenmaal gevorderde vissers zijn kun je het spannender gaan maken met dieper water, een grotere bak etc. Gooi wat lekkers in het water, bijvoorbeeld wat (dop)erwtjes, kleine blokjes fruit of wat (ongekookte) maceroni. En vissen maar! Ideaal om te doen op warme dagen, lekker met de voetjes en staartjes in het koele water.

Tuintje

Er zijn kant-en-klare bakjes knaagdierengras te koop. Deze bakjes met zaadjes geef je water en binnen een week heb je een mini tuintje voor je ratjes. De ratjes kunnen het gras opeten, maar veel liever nog graven ze de zaadjes uit en eten deze op. Verwacht dus niet dat er veel van je tuintje overblijft (zie onderstaande foto's). Je kunt ook zelf een (groter) tuintje maken. Je kunt daarvoor een grotere bak vullen met (biologisch) potgrond uit een zak. Let er wel op dat er geen schadelijke stoffen aan de potgrond zijn toegevoegd. Strooi een handje zaadjes (bijvoorbeeld wat zaadjes uit je eigen mixvoer, of wat vogelzaad) in de aarde en geef regelmatig een beetje water. Gebruik wel schone zaden en geef niet te veel water, anders heb je kans dat je tuintje gaat schimmelen. Na één tot drie weken heb je een weelderig tuintje en kun je de sloopploeg er op los laten!